Over deze route

Het Bourgondische Hulst is een vestingstad met een verhaal. Tijdens deze wandeling (3 km) loop je ook over de vestingwerken en kijk je uit over Hulst.
Onderweg kom je monumenten, kunstwerken en oude poorten tegen, en het dierenepos van Reynaert de Vos speelt een grote rol in de stad.
Ook wandel je langs veel terrasjes en goede eetgelegenheden. Hulst is een echte bourgondische stad. Mensen genieten hier graag van het goede leven en dat betekent dat er op deze route geen gebrek is aan gezellige tussenstops.

Dit ga je zien

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • 9

Beschrijving

Het Bourgondische Hulst is een vestingstad met een verhaal. En niet zomaar een verhaal: het dierenepos van Reynaert de Vos speelt een grote rol in de stad. Hulst is een van de best bewaarde vestingsteden van Nederland. Het stadshart is omringd door vestingwerken (wallen, bolwerken en grachten). Tijdens de Tachtigjarige Oorlog woedde hier een hevige strijd tussen de Staatsen en de Spaansen en de verdedigingswerken zijn daar een levende herinnering aan.

Tijdens deze wandeling loop je ook over die vestingwerken en kijk je uit over Hulst. Onderweg kom je monumenten, kunstwerken en oude poorten tegen, en die sluwe vos blijft je natuurlijk door de hele stad achtervolgen. Ook wandel je langs veel terrasjes en goede eetgelegenheden. Hulst is de meest Vlaamse stad van Nederland. Mensen genieten hier graag van het goede leven en dat betekent dat er op deze route geen gebrek is aan gezellige tussenstops. 

De wandelroute start bij ‘t Landshuis in Hulst.

  1. 's Landshuis  
    De historie van het statige 's Landshuis lees je al af aan de gevel. Aan de wapens van Hulst en de generaliteit zie je dat dit een pand met een officiële functie was. Hier was de magistraat van Hulster Ambacht gevestigd. Het was het bestuurlijk hart van de regio en er werd recht gesproken.

    Binnen vind je allerlei informatie over de historie van het pand en de stad Hulst. Op de begane grond is er een maquette van de stad en kun je een mini-documentaire kijken. Boven leer je hoe het was om hier in de gevangenis te zitten. Je kunt een eeuwenoude houten gevangenis bekijken en er is een expositie over het gerecht inclusief de werktuigen die werden gebruikt om lijfstraffen uit te delen. Tip: bezoek hier ook de beeldentuin. Een mooi rustpunt in de stad. 

  2. Museum De Vier Ambachten
    De afgelegen abdijen en kloosters in Zeeuws-Vlaanderen waren in tijden van onrust soms te onveilig om te wonen. Daarom hadden monniken uit het buitengebied een refugium (vluchthuis) in de veilige stad. De cisterciënzer monniken van de welvarende Abdij Ten Duinen die van de 13e tot de 17e eeuw het gebied rond Hulst inpolderden, konden terecht in Refugium Ten Duinen.

    De monniken zijn al lang verdwenen, maar het refugium kun je nog steeds bezoeken. Tegenwoordig vind je hier Museum De Vier Ambachten. In het museum is er uiteraard veel aandacht voor die monniken en het werk dat ze in Zeeuws-Vlaanderen hebben verricht. Daarnaast leer je er meer over Hulst en omstreken en is er uitgebreide aandacht voor de vestingwerken. Op detaillistische maquettes zie je precies hoe de stad door de eeuwen heen is opgebouwd. Wil je meer weten over het dierenepos Reynaert de Vos, dan zit je hier ook goed. Je kunt een complete kamer rond dit thema bezoeken. 

  3. De Nieuwe Bierkaai en de Oude Binnenhaven
    Nu het hele gebied rond Hulst al eeuwen is ingepolderd, kun je je het misschien wat lastig voorstellen, maar in de late Middeleeuwen was Hulst een belangrijke havenstad. De stad lag op een soort kruispunt tussen de Westerschelde, het Land van Saeftinghe en Gent.

    Toen de haven haar functie verloor, werd het havengebied geleidelijk gedempt. Alleen aan straatnamen als Havensteeg kon je nog zien dat hier ooit een bedrijvige haven was geweest. Tot 2012. Want toen werd het havengebied weer in ere hersteld. In deze nieuwe versie van de oude binnenhaven zijn het bruggenhoofd van de oorspronkelijke Steenbrugghe en een deel van de oorspronkelijke kademuur met trap weer zichtbaar. In de bestrating kun je zien hoe de kademuren verder liepen.

  4. Kloostermuur
    De lage muur op het ’s Gravenhofplein is een overblijfsel van een Franciscaner klooster dat hier eeuwen heeft gestaan. Het was een buitenmuur van het flinke kloosterterrein dat zich niet alleen over het huidige parkeerterrein uitstrekte, maar zelfs het gebied tot de vestingwal omvatte en aan de zuidkant tot aan de garages en woningen liep. Een groot deel van het terrein bestond uit kloostertuinen. Je kunt nog precies zien waar er gebouwen stonden. De fundamenten liggen diep onder de grond, maar met zwarte klinkers in de bestrating is aangegeven waar ze lopen.

  5. Bollewerckpoort / Keldermanspoort
    Dit is misschien wel de bijzonderste stadspoort van Hulst. Het was zowel een land- als waterpoort. De haveningang was een enorm zwak punt in de verdediging van Hulst. Vijanden waren meerdere keren door de haven de stad binnengedrongen. Daarom werd in 1506 begonnen met de bouw van de Bollewerckpoort. Het werd een ingenieus bouwwerk. Verkeer over land uit het noorden en westen kwam er over twee ophaalbruggen de stad in en schepen voeren er onderdoor de haven in. Het geheel heeft er maar kort gestaan. Eind zestiende eeuw raakte de poort zwaar beschadigd tijdens een beleg en niet veel later werden de resten van de dubbele poort onder nieuwe wallen bedolven. Daar lagen ze eeuwen verborgen tot ze halverwege de twintigste eeuw werden opgegraven en gerestaureerd.

    Beeld Ravelijn
    Bij de Bollewerckpoort vind je het beeld Ravelijn van kunstenaars Kathleen Verhegge en Ronald de Maet. Het gedenkt de overgave van de Spanjaarden aan de Staatsen tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Een Spaanse soldaat biedt zijn zwaard met gebogen hoofd aan aan Frederik Hendrik. Met de Staatse overwinning kwam een einde aan een lang conflict rond het strategisch belangrijke Hulst. Van 1591 tot 1596 was de stad even in de handen van de Staatsen, maar daarna duurde het nog tot 1645 voor de Staatse troepen Hulst definitief veroverden.
  1. Dubbele Poort 
    Aan de noordkant van het stadscentrum vind je deze logistiek heel handige poort met tweerichtingsverkeer. De dubbele poort is eigenlijk driedubbel want er zit ook nog een klein poortje waar je door kunt lopen. De poort stamt uit de zeventiende eeuw, maar je je kunt op de poort een gevelsteen met het jaartal 1771 zien. Toen werd de poort gerestaureerd. Bovenop de poort kijk je mooi uit over de vest (gracht).
  1. Stadsmolen
    De Stadsmolen had geen toepasselijkere naam kunnen hebben. Hij is ook echt van de stad. Toen er in 1956 niet veel meer dan een bouwval stond, greep het stadsbestuur in en herstelde de molen. Toen kreeg de molen ook de huidige naam.

    De Stadsmolen is de laatste korenmolen van de stad. Ooit telde Hulst er heel wat meer. Op een kaart uit 1560 kun je vier molens zien, waaronder eentje op de locatie van de Stadsmolen. De molen die je nu ziet, stamt uit 1792. Toen werd hier voor het eerst een molen uit steen opgetrokken. Bij de molen hoorde een ondergrondse bakkerij met drie ovens.

  2. Bagijnepoort
    Aan de oostkant van het centrum vind je de Bagijnepoort. Door Hulstenaars wordt hij ook wel Graauwse poort genoemd. Dat alles te maken met het dorpje Graauw dat ten noordoosten van Hulst ligt. De poort is begin achttiende eeuw gebouwd. Ooit telde de vesting van Hulst zes stadspoorten en dit is een van de drie poorten die bewaard is gebleven. Nog tot ver in de achttiende eeuw gingen uit veiligheidsoverwegingen elke avond de deuren van de poorten stevig op slot. 
  1. Stadhuis 
    Hulst heeft een wat ongelukkige geschiedenis als het om haar stadhuis gaat. In de vijftiende eeuw was de stad regelmatig in conflict met het nabijgelegen Gent. In 1452 kwam het machtige Gent orde op zaken stellen en daarbij werd het stadhuis (of raadhuis zoals dat toen genoemd werd) van Hulst verwoest. Drie jaar later stond er al weer een stadhuis.

    Bij een nieuw conflict met Gent in 1485 reageerden de Hulstenaars dusdanig fel dat de Gentse huurlingen zich terug moesten trekken in het Stadhuis. De Hulstenaars doorbraken deze patstelling door hun eigen stadhuis in brand te steken. Het duurde een tijdje voor er weer gebouwd werd, maar toen kwam er ook een pracht van een stadhuis op de fundamenten van het oude gebouw. Het werd gebouwd in opdracht van keizer Karel de Vijfde. Hij was zo tevreden met het eindresultaat dat hij toestemming gaf het stadswapen van Hulst met de keizerlijke kroon te versieren. De kroon staat op de toren van het stadhuis, net als de keizerlijke adelaar die aan Hulst werd geschonken door Maximiliaan van Oostenrijk. Je kunt het stadhuis tijdens openingstijden bezoeken nadat je je even hebt gemeld in de Gemeentewinkel.
  1. Refugium van Baudeloo
    Net als Refugium Ten Duinen was dit een vluchthuis voor cisterciënzer monniken die in de late Middeleeuwen het gebied rond Hulst inpolderden. Het is een van de oudste gebouwen van Hulst en maakte vroeger onderdeel uit van het Baudeloocomplex dat ook een grote tuin omvatte. Het pand heeft door de eeuwen heen ook nog dienst gedaan als gouverneurswoning, hospitaal en pensionaat. Nu is de Zeeuwse Muziekschool hier gevestigd.

    Het gebouw heeft een bijzonder karakteristiek torentje: een pagaddertoren. In die toren zaten kleine mannen op de uitkijk. Ze waarschuwden reders als hun schip eraan kwam. De term pagadder is afgeleid van het Spaanse ‘pagare’ (betalen). Dat heeft er ofwel mee te maken dat de mannen werden betaald per schip dat ze zagen, ofwel is het een verwijzing naar hun kleine statuur. Als je te klein was om soldaat te worden in het Spaanse leger, werd je ‘pajadore’ (betaalmeester). In Antwerpen wordt een kleine man trouwens nog steeds ‘nen pagadder’ genoemd.

  2. Stadswallen
    Hulst is een van de oudste steden van Zeeland. In de twaalfde eeuw kreeg Hulst al stadsrechten. Een stad moest verdedigd kunnen worden en daarom werd Hulst vanaf de veertiende eeuw beschermd door een gracht en een aarden wal. Ongeveer een eeuw later werd de stad verwoest door Gent en werden er nieuwe vestingwerken aangelegd.

    De stad werd tijdens de Tachtigjarige Oorlog door de strijdende partijen over en weer op elkaar veroverd en telkens als Hulst een nieuwe overheerser kreeg, werden de verdedigingswerken verbeterd of uitgebreid. Zo ontstond een imposante vesting omgeven door wallen en grachten (die de lokale bevolking vesten noemt). In die vesten lagen ravelijnen (verdedigingseilanden). Er is er één bewaard gebleven en die kun je tijdens deze wandeling zien liggen. In totaal strekken de wallen rond het stadshart zich 3,5 kilometer uit en over de hele lengte loopt een wandelpad. Dat je hier nog kunt wandelen heb je te danken aan de inwoners van Hulst. Toen begin twintigste eeuw het idee ontstond op de verdedigingswallen te slopen, kwamen ze daartegen in verzet en zo bleef een uniek stukje stadsgeschiedenis bewaard.

  3. Gentsepoort
    Dit is de zuidelijke ingang van het centrum van Hulst. Op de poort staan drie natuurstenen trofeeën. De middelste draagt het generaliteitswapen, het teken van de Verenigde Nederlanden. Dit is de enige toegangspoort tot Hulst met een weg ernaast. De poort heeft een kromming. Als er gevechten uitbraken konden aanvallers lastig door de poort schieten. Dat was in tijden van conflicten heel handig, maar toen er een tramlijn werd aangelegd, kwam het minder goed uit omdat de tram de bocht niet kon maken. Vandaar de coupure in de vestingwal.
  1. Reynaert de Vos
    Direct naast de Gentse Poort vind je het ‘Reynaertmonument’ van Anton Damen. Het bestaat uit een bronzen beeld van Reynaert de vos. Hij staat voor een hardstenen achtergrond met daarop het hof van Koning Nobel. Je kunt Belijn de ram, Cantecleer de haan, Cuwaert de haas, Tibeert de kater, Bruun de beer en Isegrim de wolf herkennen.

    In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is ‘Van den vos Reynaerde’ geen fabel, maar een dierenepos. Het is een hoogtepunt binnen de Middeleeuwse Nederlandse literatuur. Shakespeare werd er zelfs door geïnspireerd. ‘Van den vos Reynaerde’ vertelt over de sluwe vos Reynaert die zonder enige scrupule de dieren om hem heen voor de gek houdt en manipuleert om er zelf beter van te worden. De samenleving van die tijd wordt, inclusief hoogwaardigheidsbekleders, flink te kijk gezet. In het epos wordt meerdere keren verwezen naar Hulst en omgeving. Er zijn dan ook theorieën dat de schrijver van het verhaal in Hulst woonde of er was geboren.

  2. Gouverneurshuis 
    Toen er in 1641 een nieuwe woning nodig was voor de gouverneur, werden oude, kleinere woningen samengevoegd om samen een volwaardige gouverneurswoning te vormen. Hoewel soms werd geklaagd over het Gouverneurshuis (te klein, slecht onderhouden) is het tot de Franse tijd als zodanig gebruik geweest. Daarna werd het uitgewoond door soldaten die het in slechte staat achterlieten. Het pand moest na hun vertrekt flink hersteld worden en de gevel die het Gouverneurshuis nu nog heeft, is toen neergezet. Tegenwoordig vind je hier de Gemeentewinkel.
  1. Beeld ‘Als de vos de passie preekt…’
    De zin “Als de vos de passie preekt, boer pas op uw kippen” komt uit ‘Van den vos Reynaerde’. En of je nu kippen houdt of ganzen zoals de Belgische kunstenaar Chris Ferket ze bij dit kunstwerk heeft verbeeld, het mag duidelijk zijn dat het nooit een goed idee is om Reynaert de Vos bij je vogels in de buurt te laten. De vos zou wel zijn tanden lelijk kunnen bezeren aan de ganzen, want ze zijn gemaakt van stevig natuursteen en metaal.
  1. Sint-Willibrordusbasiliek
    De toren van de Sint-Willibrordusbasiliek is in de wijde omtrek te zien. Van dichtbij is de basiliek ronduit imposant. Het gebouw is opgetrokken in Brabants-Gotische stijl. Niet alleen de grootte en de hoge ligging maken het gebouw indrukwekkend. De grillige, spitse en hoekige vormen dragen daar ook zeker aan bij. Verder heeft de basiliek prachtige gebrandschilderde ramen.

    Wat direct opvalt aan de basiliek is het aparte uiterlijk van de toren. Deze is door de eeuwen heen meerdere malen beschadigd en opnieuw opgebouwd en bestaat uit vier verschillende delen. Tijdens WOII raakte het bovenste gedeelte van de toren beschadigd. Er werd na de oorlog een prijsvraag uitgeschreven voor een nieuw ontwerp en na een onbevredigende eerste poging, kwam er bij de tweede keer dat de prijsvraag werd uitgeschreven een winnend ontwerp naar voren. Dat was ook nodig want inmiddels vielen er regelmatig brokstukken van de toren naar beneden. De betonnen bekroning van de toren is ontworpen door architect Jan Brouwer. De jury was onder andere enthousiast over de symboliek van het ontwerp. Vier engelen steunen een bronzen kruis en strekken hun handen biddend en zegenend uit over de bewoners van Hulst en omstreken. Benieuwd naar de nummer twee van de prijsvraag? In de voorgevel van de kerk kun je een beeldje zien van het ontwerp dat tweede werd.

  2. Refugium van Cambron
    Ook de cisterciënzer monniken van Cambron hadden een refugium in Hulst. Hun orde had flink wat bezittingen in het land van Hulst en dit was hun toevluchtsoord in tijden van gevaar. Met name aan de zijgevel van het pand kun je nog mooie authentieke details ontdekken. Na het vertrek van de monniken is het pand ook lang als burgemeesterswoning in gebruik geweest.